Ellipse

9 fabels over digitaal toetsen

Image
BLOG

Er zijn veel voorkomende fabels over digitaal toetsen. Zo denken veel mensen dat digitale toetsing duur is of dat maatwerkexamens voor dyslectische of slechtziende kandidaten niet mogelijk zijn. We hebben 9 fabels voor je op een rijtje gezet en leggen je uit waarom deze onjuist zijn.

1. Een computer kijkt alles na

Omdat bij veel examens een combinatie wordt gebruikt van open en gesloten vragen is ook bij digitaal toetsen de inzet van een corrector nodig. Bij open vragen formuleert de kandidaat het antwoord zelf. Bij gesloten vragen kiest de examenkandidaat uit diverse antwoordmogelijkheden.

In het geval van open vragen gaat het nakijken (nog) niet geautomatiseerd. De corrector kijkt, net zoals bij schriftelijke toetsen, de open vragen handmatig na en verwerkt de score en eventuele feedback in het systeem. Soms worden er zelfs meerdere correctoren ingezet.

Het is logisch dat door deze handmatige component de bekendmaking van de uitslag wat langer duurt dan bij een examen met alleen gesloten vragen. Daarbij is na de examenafname de uitslag voor de kandidaat direct zichtbaar.

2. Digitale toetsing is duur

Digitale toetsing is een langetermijninvestering die zich na verloop van tijd terugbetaalt. Natuurlijk is het niet goedkoop om een database op te zetten vol examenitems, maar op de lange termijn is het de investering absoluut waard. De inhoud van de database blijft namelijk bewaard, waardoor je steeds nieuwe toetsen kunt genereren met dezelfde items. Bovendien is ieder examen uniek.

Image

3. Er is altijd een vast toetsmoment nodig

Het is inmiddels achterhaald dat het afnemen van digitale examens op een fysieke locatie moet plaatsvinden. Integendeel, het voordeel van digitale toetsing is dat het examenmoment niet gebonden is aan een tijd en/of plaats. Het examen kan dus overal en op elk moment worden afgenomen. Het enige wat de kandidaat nodig heeft, is een plek met een internetverbinding en toezicht. Dit kan fysiek op een specifieke toetslocatie of op afstand via online proctoring.

4. Iedere gebruiker heeft van te voren een uitgebreide training nodig

Om het maximale uit de toetssoftware te halen, is een training volgen natuurlijk aan te raden. Maar vaak is een gerichte workshop al voldoende om de basiskennis te beheersen en aan de slag te kunnen.

Of je een complete training of een gerichte workshop moet volgen, ligt dus aan welke rol je vervult binnen digitale toetsing. De invoerder van de examenvragen moet bijvoorbeeld andere kennis hebben dan een toezichthouder.

Tip: controleer voor jouw rol wat voor kennis je nodig hebt voordat je gaat trainen. Dat scheelt wellicht enorm in de benodigde trainingstijd.

Image

5. Hoe groter de database, hoe beter

Natuurlijk is het fijn om veel vragen te hebben, maar weet dat een omvangrijke database het lastig maakt om statistische gegevens te verzamelen.

Voor het gebruik van statistische gegevens moet een vraag een aantal keer zijn gesteld en beantwoord. Als je dus een database hebt met heel veel vragen, duurt het lang voordat alle vragen een keer gesteld zijn en er voldoende data beschikbaar is om er een analyse op los te laten. Daarnaast moeten de items onderhouden worden op actualiteit en kwaliteit. Hoe meer vragen, hoe meer moeite dit kost en des te hoger de kosten van het onderhoud zijn.

Natuurlijk moet de vragenbank wel representatief zijn voor de stof. Dus op het moment dat de leerstof omvangrijk is, zul je over een groot aantal vragen moeten beschikken om de volledige examenstof af te dekken.

6. In geval van storing ligt de examenafname plat

Wanneer een kandidaat bezig is met het maken van een examen, worden de gegeven antwoorden automatisch opgeslagen. Op het moment dat er een internetstoring plaatsvindt kan er dus gewoon worden doorgegaan met het examen. Zodra de internetverbinding weer is hersteld, worden de vragen weer opgeslagen. Mocht er echt nood aan de man zijn, dan is het altijd nog mogelijk om het examen af te drukken en het schriftelijk af te nemen. Door de mogelijkheid om schriftelijke examens in te scannen kan het nakijken vervolgens weer in het digitale systeem plaatsvinden.

Image

7. Bij digitale examinering is geen inzage achteraf mogelijk

Na het ontvangen van de examenuitslag, kan de kandidaat zijn of haar examens inzien. De meeste toetssystemen kennen een uitgebreide mogelijkheid om te selecteren wat zichtbaar is bij de inzage. Gaat het alleen om de foute antwoorden of krijgt de kandidaat de gelegenheid om zijn of haar hele examen in te zien? Op deze manier blijven de belangrijkste examenvragen bewaard en geheim. Zou je de examenvragen publiceren na afname dan bouw je nooit een kwalitatief goede database op. Uiteraard mag de examenkandidaat tijdens een inzage geen aantekeningen maken.

8. Dyslectisch of slechtziend? Digitale examens zijn niet aan te passen

Wist je dat digitale examens aangepast kunnen worden aan de ondersteuningsbehoeften van een kandidaat? Zo is het mogelijk om de lettergrootte aan te passen (visuele ondersteuning) en is er ruimte voor verklanking (auditieve ondersteuning).

Ook is het per kandidaat mogelijk om in te stellen hoe lang een examen mag duren!

9. Bij digitale toetsing moet je allerlei verschillende vraagvormen gebruiken

Digitale toetsing biedt veel mogelijkheden in vraagvormen. De verleiding is groot om ze allemaal te gebruiken, bijvoorbeeld om een toets leuker te maken. Ondanks dat dit aantrekkelijk lijkt, is het belangrijk om een goed examen te maken. Daarbij hoort een vraagvorm die past bij de inhoud van de examenvraag.

Neem contact op

Wil je meer weten over dit onderwerp? Neem voor een vrijblijvend gesprek contact met ons op.

  • This field is for validation purposes and should be left unchanged.
Decor

Meer weten over de fabels van digitaal toetsen?

Neem dan contact met ons op via 013 – 528 63 63 of stuur ons een bericht.